Reptielen en amfibieën

Reptiel of amfibie als huisdier

Het houden van een reptiel of amfibie

Reptielen en amfibieën kunnen interessante dieren zijn om te houden. Ze hebben echter wel andere verzorging nodig dan bijvoorbeeld een hond of een kat. Het houden en kweken van reptielen en amfibieën is voor iedereen mogelijk, mits u goed voorbereid bent over de juiste huisvesting en verzorging. Daarnaast moet u wel beginnen met gezonde dieren.

Onze dierenarts Rosemarie Hulsinga heeft zich gespecialiseerd in de geneeskunde van reptielen en amfibieën. Zij zorgt dat u op een deskundige wijze geholpen wordt.

Voor een gezondheidscontrole van pas aangekochte dieren of als jaarlijkse check up en voor behandeling van zieke reptielen en amfibieën kunt u telefonisch een afspraak maken

 

Gezonde reptielen en amfibieën herkennen

De groep van reptielen en amfibieën bestaat uit een groot aantal verschillende soorten met een hele grote diversiteit. Het is nagenoeg onmogelijk om voor alle reptielen een gemeenschappelijk kenmerk op te noemen waaraan je kunt aflezen of een dier gezond is. Het is belangrijk dat de dieren zich gedragen zoals past bij de soort. Hier is een grote soortenkennis voor nodig, maar via diverse verenigingen of internet moet het mogelijk zijn te informeren naar gedrag van een betreffende soort bij andere liefhebbers.

In eerste instantie letten we op de houding. De dieren moeten attent zijn en een houding aannemen die bij hen past. We willen graag dat deze dieren ook eten. Nu is het zo dat er dieren kunnen zijn die een bepaalde periode in hun leven vasten zonder dat ze ziek zijn, maar als u verwacht van een dier dat het zou moeten eten dan is het weigeren van voedsel misschien een symptoom van ziekte of een onjuiste verzorging. We beoordelen de voedingstoestand het beste aan de bespiering op de rug en staartbasis. Deze moet mooi gevormd zijn.

Als u een dier wat nader bekijkt moet u zien dat huid er ongeschonden uit ziet. Er mogen ook geen parasieten te zien zijn zoals teken of bloedmijten. De laatste zijn kleine donkerrode tot zwarte bolletjes die zich graag verstoppen onder schubben bij reptielen. De ogen moeten helder staan en het dier moet evenwichtig bewegen.

Tenslotte moeten de dieren regelmatig (en dat is voor elk dier anders) ontlasting produceren en deze moet normaal van vorm zijn. Diarree, bloed of zwarte verkleuring van de ontlasting hoort niet bij een gezond dier.

Huisvesting

Het houden van reptielen en amfibieën kan een fantastische en verantwoorde hobby zijn, mits u gezonde dieren heeft en deze gezond kunt houden. Dit hoeft helemaal niet moeilijk te zijn als u een aantal basisregels naleeft. Nu is het erg moeilijk om voor alle soorten reptielen een algemene richtlijn te geven. Er zijn soorten die een heel specifieke verzorging nodig hebben. Daarvoor kunt u op diverse plaatsen te rade gaan. Er bestaan hiervoor talloze gespecialiseerde winkels, verenigingen en organisaties die u gedetailleerde informatie kunnen geven omtrent de betreffende soort. We zullen hier het houden van reptielen in het algemeen bespreken. 

Terrariumtechniek
Voor het bouwen van een terrarium bestaan diverse technieken en mogelijkheden.

De materiaalkeuze is zeer persoonlijk. Het materiaal moet wel vochtbestendig zijn en makkelijk schoon te maken. Bovendien mag het niet schadelijk zijn voor de bewoners door het gebruik van lijmen of lakken met giftige dampen. Er zijn tegenwoordig zeer goede terraria commercieel verkrijgbaar, maar zelf bouwen is ook goed mogelijk. In  het algemeen is er veel informatie te verkrijgen op het internet, uit boeken of via verenigingen.

De afmeting moet passen bij het dier. Elk dier moet zich vrij kunnen bewegen. Hagedissen hebben over het algemeen meer ruimte nodig omdat zeer meer lopen en bewegen dan bijvoorbeeld slangen. Voor slangen wordt wel eens gezegd dat de lengte van het dier is voldoende als lengtemaat van het terrarium. Hagedissen moeten wel kunnen rennen of klimmen.

De inrichting is van groot belang. Deze moet passen bij het biotoop waar het dier vandaan komt. Er moet ook gezorgd worden voor voldoende schuilmogelijkheden. Het ontbreken van een veilige schuilplaats kan leiden tot stress.

Bij de keuze van het bodemsubstraat moet een compromis gezocht worden tussen hygiëne, de behoeften van het dier en het esthetisch belang. Voor sommige dieren is het noodzakelijk dat ze zich in kunnen graven, bij andere is een vochtige bodembedekking nodig. Het bodemsubstraat moet wel makkelijk te reinigen of te verwijderen zijn. Je kunt dieren houden op een gladde bodem (zeil, linoleum, kranten) maar ook worden ze vaak op zand, mos, boomschors, kiezels, hydrokorrels en een aantal gespecialiseerde korrels die verkrijgbaar zijn in een reptielenspeciaalzaak. Daarnaast moet je oppassen dat de dieren het niet per ongeluk mee inslikken of dat ze er in iedere geval geen verstopping van krijgen. Tenslotte mag de bodem niet schadelijk of beschadigend zijn door giftige lakken of scherpe randen of te ruwe oppervlakte (zoals beton).

De temperatuur is van het allergrootste belang voor reptielen. Het zijn koudbloedige dieren. Dat wil zeggen dat hun lichaamstemperatuur die van de omgeving aanneemt. Om goed te functioneren zal de terrariumtemperatuur dat moeten zijn wat bij de soort hoort. Er zijn zeer soortspecifieke verschillen, maar in het algemeen is het goed als de temperatuur varieert in het verblijf zodat het dier kan kiezen. Een gemiddelde temperatuur van 25 tot 30 graden Celsius is prima, maar er moet een plek zijn waar de temperatuur 35 tot 40 graden. Dit is de plaats waar de reptielen zullen opwarmen (zonnebaden). De nachttemperatuur is ook afhankelijk van de soort, maar in het algemeen is een temperatuur van rond de 18-20 graden voldoende. Terraria worden in het algemeen verwarmd door lampen, verwarmingskabels of matten. Let op dat de dieren zich niet verbanden aan deze warmte elementen.

De verlichting kan voor veel soorten reptielen ook belangrijk zijn. Het blijkt dat voor deze dieren een dag en nachtritme nodig is waarbij de daglengte en de hoeveelheid licht een rol kan spelen bij het welzijn van de dieren, maar ook in het bioritme. Om te kweken maken veel reptielenkwekers hier gebruik van door in de winter de dieren koeler te houden en minder licht te geven of de dagen veel korter te maken.

Daarnaast is het voor insecteneters en planteneters noodzakelijk om UV verlichting in het terrarium te hebben. Onder invloed van ultraviolet licht wordt actief vitamine D aangemaakt hetgeen noodzakelijk is om calcium uit de darmen op te nemen. Hoeveel uren of minuten deze UV lampen moeten branden of hoe sterk deze lampen moeten zijn is nog niet exact bekend. Teveel kan ook leiden tot verbrandingsverschijnselen. In het algemeen lijkt twee tot vier uur voldoende en zorg er in ieder geval voor dat de dieren ook weg kunnen kruipen.

De behoefte aan luchtvochtigheid is ook weer afhankelijk van de soort, maar erg belangrijk. Ook in woestijnen is de luchtvochtigheid tussen rotsspleten of in de grond ook erg hoog. De luchtvochtigheid is van belang voor de huid en slijmvliezen. Het vervellen gaat veel beter en de ademhalingswegen blijven gezonder. Bij schildpadden is het zelfs van belang om een goedgevormd en glad schild te ontwikkelen. Een relatieve luchtvochtigheid van 60 tot 100 procent lijkt voor de meeste dieren goed. Let wel op: het gaat om de luchtvochtigheid. Het terrarium mag niet continu een natte bodem hebben.

Tenslotte moet een terrarium uitbraakvrij zijn. Als reptielen ontsnappen kan het erg moeilijk zijn om ze terug te vinden. Bovendien kunnen vele dieren een gevaar voor de omgeving zijn.

Verzorging

De voeding bij reptielen moet voldoen zowel in hoeveelheid en als in samenstelling. Er moet voldoende energie inzitten en de voeding moet voldoende essentiële aminozuren/eiwitten, vitaminen en mineralen.

Een volledige prooi (ratten, muizen, kuikens, vissen etc.), zoals de meeste slangen, varanen en krokodillen eten, bevatten alles wat de dieren nodig hebben en hoeven ook nauwelijks aangevuld te worden. De prooidieren kunnen levend of dood worden aangeboden. Verse dode prooidieren of diepvriesdieren hebben in het algemeen geen mindere voedingswaarde en leveren in ieder geval geen gevaar op voor beschadiging bij het vangen en doden. Alleen bepaalde dode vissen kunnen een vitamine B1 deficiëntie tot gevolg hebben, hetgeen tot dodelijke hersenverschijnselen kan leiden.

Insecten- en plantenetende reptielen, zoals vele hagedissen en schildpadden, moeten in ieder geval een aanvulling met een vitaminen en mineralen mengsel, waarbij gelet moet worden op voldoende calcium en vitamine D3. Dit preparaat moet dagelijks in kleine hoeveelheden over het groenvoer of over de insecten gepoederd worden. Bij dieren die veel drinken kunnen de mineralen en vitaminen ook in het drinkwater gegeven worden. Je kunt ook de dieren rechtstreeks in de bek het mengsel geven. Daarnaast kun je deze dieren kattenvoer bijvoeren. Uit ervaring blijkt dat een derde deel van de totale voedselbehoefte in de vorm van kattenvoer nooit tot problemen leidt.

Naast de kwaliteit van het voer moet het voer ook door het dier geaccepteerd worden. Dit is ook afhankelijk van de soort. Sommige soorten eten alles, anderen zijn kieskeurig. Zelfs binnen een soort kan dit enorm variëren. Er zijn dieren die overdag eten, anderen alleen ’s nachts. Bij reptielen zijn er grote variaties. Ook hierover kunt u zich bij vele bronnen informeren.

De vochtbehoefte is erg verschillend. Er moet wel altijd voldoende vers en schoon drinkwater beschikbaar zijn. Sommige soorten, zoals kameleons, drinken niet uit een waterbak maar alleen van druppels. Deze dieren moeten dus zeer regelmatig gesproeid worden of er moet een druppelinstallatie aanwezig zijn.

 

Als u zich aan de basisregels van de huisvesting en verzorging houdt kunt u bij gezonde dieren jarenlang plezier hebben van deze prachtige dieren. Om zeker te zijn dat de dieren gezond zijn adviseren we om bij aanschaf van nieuwe dieren altijd een gezondheidskeuring door een reptielendierenarts uit te laten voeren en de dieren een tot drie maanden in quarantaine apart van de andere dieren te houden. Pas als de dieren goed eten en vrij zijn van uitwendige en inwendige parasieten kunt u ze bij de andere dieren zetten.

Water- en moerasschildpadden

Water- of moerasschildpadden zijn erg leuk om te houden, mits deze dieren verantwoord worden gehuisvest en verzorgd. Een paludarium, een soort combinatie van een terrarium en aquarium, is vaak een goede huisvesting voor waterschildpadden.

Het paludarium
Het verblijf van waterschildpadden bestaat uit een land- en watergedeelte. Het watergedeelte dient voldoende ruim te zijn zodat de dieren zich vrij kunnen bewegen en keren. De diepte moet ook zodanig zijn dat ze zich kunnen omdraaien. Het is in het algemeen zo dat hoe ruimer het watergedeelte is, hoe natuurlijker en mooier het is om ze te zien zwemmen.

Het bassin moet gladde wanden hebben om beschadigingen aan het schild te voorkomen. Tevens is het dan gemakkelijk te reinigen. Het water moet eenvoudig te verversen of vervangen zijn. Het filteren over een pomp maakt het water optisch schoon maar het is niet hygiënisch. Het water moet, afhankelijk van de bezetting, elke twee tot vier weken ververst worden. Bij het gebruik van een pomp moet het aanzuigstuk goed afgeschermd worden. Het komt regelmatig voor dat schildpadden onder water worden vastgezogen en verdrinken. In het water hoeven geen (water)planten aanwezig te zijn, omdat deze vernield of opgegeten kunnen worden. De temperatuur van het water moet tussen de 18 en 25 graden Celsius zijn.

Het landgedeelte moet droog zijn en voldoende groot om plaats te bieden aan alle bewoners. De schildpadden moeten er gemakkelijk op kunnen klimmen en de bodem mag niet te ruw zijn, anders kunnen de dieren zich verwonden. De gemiddelde luchttemperatuur behoort 20 tot 30 graden te zijn, maar er moet een lichtspot zijn waaronder de temperatuur 35 tot 40 graden is. Hieronder kunnen de dieren zonnebaden totdat ze de ideale lichaamstemperatuur hebben bereikt.

Waterschildpadden kunnen ook buiten in een vijver worden gehouden. Er moet dan ook wel een droog en zonnig landgedeelte aanwezig zijn, bij voorkeur op het zuiden uit de wind. Afschermen met een plaat kan helpen om tijdens langdurige koude periode de temperatuur wat omhoog te brengen. In de winter moeten de dieren wel een vorstvrije plaats hebben om in winterslaap te gaan.

De voeding
Waterschildpadden zijn van nature vooral vleeseters (carnivoren). Ze worden vaak met gedroogde kreeftjes, garnalen, vers vlees of vis gevoed. Dit is geen voeding die voldoende voedingsstoffen bevat. Onvolledige voeding zorgt voor aandoeningen zoals oogontstekingen.

De beste voeding is kattenbrokjes die over het water worden gestrooid. De hoeveelheid moet zodanig zijn dat alles meteen wordt opgegeten (anders raakt het water snel vervuild). In het algemeen volstaan twee tot drie voedingen per week. In kattenbrokken zitten voldoende voedingsstoffen zodat u geen supplementen of UV lampen hoeft te gebruiken. U kunt ook volledige prooidieren voeren zoals vissen of reepjes vlees of vis, maar dat moet aangevuld worden met een vitamine- en mineralenpreparaat. Waterschildpadden eten ook wel eens plantaardig. Dit kan geen kwaad zolang ze voldoende kattenvoer krijgen.  

Hanteren
Waterschildpadden zijn geen knuffeldieren. Pak ze daarom alleen op als het echt nodig is. De beste manier om ze vast te houden is met twee handen elk aan een zijkant achter de voorpoten of met een hand tussen de achterpoten. Let ook op dat u hem niet laat vallen. Dit kan ervoor zorgen dat het schild breekt. Let op: ze kunnen erg hard bijten!

Winterslaap
Waterschildpadden hoeven niet in winterslaap, mits ze in de winter op temperatuur worden gehouden. Ze kunnen wel in winterslaap (hibernatie) gebracht worden. Daartoe worden de lampen in oktober uitgedaan en de voeding gestopt. Na 14 dagen worden ze uit het water gehaald en in een vochtige omgeving (zand, mos, bladeren, houtkrullen) bewaard bij een temperatuur van 4 tot 10 graden Celsius. Na twee tot drie maanden worden ze weer op temperatuur gebracht en als ze voldoende actief zijn wordt de voeding weer aangeboden.

Voortplanting
Als de waterschildpadden geslachtsrijp zijn kunnen ze zich in het paludarium ook voortplanten. Meestal worden ze na de winterperiode seksueel actief en kunnen er paringen plaatsvinden. Na een draagtijd van ca. twee tot drie maanden worden de eieren afgezet in een geschikte legplaats. Dit is een goed bereikbare bak met een vochtig substraat (vermiculite, zand, mos) en een temperatuur van 27 tot 29 graden. Na het leggen mogen de eieren niet meer gekeerd worden. Voor meer soortspecifieke informatie over de voortplanting van de verschillende soorten kunt u terecht bij de vele verenigingen of kwekers.

Calciumvoorziening

Reptielen die gevoerd worden met plantaardige voeding en/of insecten kunnen niet zonder een aanvulling op hun voeding van vitaminen en mineralen. Met name calcium en vitamine D3 zijn belangrijk voor een gezond reptiel. 

Calcium en vitamine D
Reptielen hebben kalk (calcium) nodig. Een tekort aan calcium kan tot diverse problemen aanleiding geven, zoals onvoldoende verkalking, osteodystrofie en voortplantingsproblemen.
Vitamine D is nodig om calcium uit de darm op te kunnen nemen. Calciumgebrek en vitamine D gebrek geven daarom vergelijkbare ziektebeelden. Teveel vitamine D leidt tot onvoldoende verkalking van het skelet en tot kalkneerslagen in organen. Hiervoor is geen therapie mogelijk. Vitamine D moet dus nauwkeurig gedoseerd te worden.
Reptielen kunnen vitamine D3 aanmaken door vitamine D2 uit de voeding om te zetten onder invloed van UV-licht. UV-licht uit het licht van de zon wordt echter weg gefilterd door glas (terrariumruit).
Aangezien (insecten- en/of groente-etende) reptielen met het voedsel vaak onvoldoende kalk binnenkrijgen, is het noodzakelijk bij deze dieren het dieet aan te vullen met een vitaminen/mineralenmengsel met minimaal 11% calcium, een calcium/fosfor verhouding van 2:1 en vitamine D3. Daarnaast is een geschikte UV lamp sterk aan te bevelen.


Behandeling en preventie van calciumtekort
De volgende mogelijkheden kunnen worden overwogen:

  • Insecten of groenvoer bestrooien met een geschikt vitaminen- en/of mineralenpreparaat
  • Aan meelwormen het vitaminen- en/of mineralenpreparaat voeren
  • Een aantal keer per week een vitaminen- en/of mineralenpreparaat rechtstreeks in de bek geven
  • Direct zonlicht (uitsluitend vitamine D3).
  • UV-lampen, in het bijzonder UV-B-lampen (uitsluitend vitamine D3).
  • Kattenvoer in beperkte mate bijvoeren. Het is onze ervaring dat het verstrekken van een derde deel van de totale voedselbehoefte in de vorm van kattenvoer niet tot problemen leidt.
  • Via het drinkwater een vitamine- en/of mineralenpreparaat toedienen (4 gram calciumlactaat + 10.000 IE Vitamine D3 per liter water) 
Terug naar Info

Contactinformatie praktijk

Dierenkliniek De Langstraat

Terug
  • Ma
    08.00 – 19.00 uur
  • Di
    08.00 – 19.00 uur
  • Wo
    08.00 – 19.00 uur
  • Do
    08.00 – 19.00 uur
  • Vrij
    08.00 – 19.00 uur
  • Za
    09.00 – 17.00 uur
  • Zo
    12.00 – 17.00 uur

Contactinformatie bij spoedgevallen

Bel a.u.b.:

0416 - 33 40 00
Terug

Vind ons hier:

Elzenweg 27A 5144 MB Waalwijk
ontvang een routebeschrijving via Google Maps
Terug

Bel dit nummer bij spoedgevallen:

0416 - 33 40 00

Pets Health Kaatsheuvel

Terug
  • Ma
    15:00 - 18:00 uur
  • Di
    15:00 - 18:00 uur
  • Wo
    15:00 - 18:00 uur
  • Do
    15:00 - 18:00 uur
  • Vrij
    15:00 - 18:00 uur
  • Za
    09:00 - 12:00 uur
  • Zo
    Gesloten

Contactinformatie bij spoedgevallen

Bel a.u.b.:

0416 - 33 40 00
Terug

Vind ons hier:

Verzetstraat 11 5171 PT Kaatsheuvel
ontvang een routebeschrijving via Google Maps
Terug

Bel dit nummer bij spoedgevallen:

0416 - 33 40 00